Tibet - Reisverslag uit Kathmandu, Nepal van Anne Vlimmeren - WaarBenJij.nu Tibet - Reisverslag uit Kathmandu, Nepal van Anne Vlimmeren - WaarBenJij.nu

Tibet

Door: Anne van Vlimmeren

Blijf op de hoogte en volg Anne

14 December 2014 | Nepal, Kathmandu

'Go to Tibet and see many places, as much as you can; then tell the world.'
- Dalai Lama

2 december was de dag dat ik, na het afscheid van Maarten, veel vertraging op het vliegveld van Kathmandu, een fantastische vlucht dwars over de Himalaya, een vermoeiende douaneprocedure in China en een wegomleiding uiteindelijk aankwam in Lhasa, de hoofdstad van de Tibetaanse Autonome Regio(TAR). Het was al donker en mijn gids leidde me naar een hotel waar ik met lichte cultuurshock plaatsnam tussen een groot gezelschap Tibetanen.

Het oorspronkelijke Tibet bestond naast de TAR uit de regio's Amdo en Kham. Het kende een sterke klassenmaatschappij waarbij bijvoorbeeld ook sprake was lijfeigenschap. De adel en hoge monnikken hadden sterke invloed op de politiek in centraal Tibet, hoewel de Dalai Lama altijd aan het hoofd van de regering stond. Ook hanteerden ze lijfstraffen die we barbaars en Middeleeuws zouden vinden: toch werden die tot 50 jaar geleden daar nog uitgevoerd. Het is dus opzich niet verwonderlijk dat de Chinese communisten het gevoel hadden dat de Tibetanen bevrijd moesten worden ook in Tibet de macht bij het volk wilden leggen. De geschiedenis van het Tibetaans-Chinese conflict is lang en ingewikkeld; te meer omdat de Tibetaanse en Chinese overheden andere feiten en cijfers presenteren. Ik wil er toch wat tekst aan wijden omdat het absoluut nodig is het land te begrijpen - en te begrijpen waarom ik mijn tijd daar op een bepaalde manier beleefd heb.

In 1950 viel het Chinese leger Tibet binnen. Het Tibetaanse leger kon nauwelijks verzet bieden en ook de overheid handelde weinig effectief door de 14-jarige Dalai Lama officieel te zetelen. De Dalai Lama stuurde onderhandelaars naar Beijing, welke vervolgens gedwongen werden te tekenen voor de inlijving van Tibet in Volksrepubliek China. Ondanks verschillende grote protesten kwamen de spanningen tussen de Chinese troepen en de Tibetanen pas in 1959 echt tot uiting, met het Tibetaans Nieuw Jaar. De Dalai Lama was uitgenodigd voor een dansvoorstelling op de Chinese kazerne, maar zijn 25 lijfwachten niet. De Tibetaanse bevolking was er zeker van dat dit een manier was om hem te kidnappen en verzamelde zich met wapens voor het zomerverblijf van hun leider. De Tibetaanse overheid voedde de onrust door het Verdrag van Beijing nietig te verklaren en de onafhankelijkheid uit te roepen. De Dalai Lama probeerde bloedvergieten te voorkomen en bood zichzelf aan aan de Chinezen. Niet lang daarna vielen er twee mortieren in de tuin van het paleis en de Dalai Lama vluchtte naar India. Niemand was op de hoogte van zijn vlucht en de gevechten gingen onverminderd door: na 3 dagen lagen er ruim 10.000 Tibetanen dood in de straten van Lhasa. Het klassenstelsel werd verworpen, de vroegere aristocraten werden op smerige baantjes gezet, monnikken werden onderworpen aan thamzing (publieke wurgsessies), kloosters verwoest en Boeddhistische geschriften verbrand. De boeren werden gedwongen rijst te groeien, ondanks hun protesten dat het gewas ongeschikt was voor het barre klimaat in Tibet. Ze kregen gelijk overigens - nog eens 70.000 Tibetanen stierven van de honger. Het was op dit moment dat de pro-Chinese Panchen Lama een lang rapport schreef aan Mao Zedong over de toestanden in Tibet, waarna hij voor lange tijd in de gevangenis verdween. De Culturele Revolutie moest toen nog komen. In 1976 werd het beleid milder en kon de Dalai Lama drie missies sturen om te kijken hoe het land ervoor stond. Het aantal doden werd geschat op 1.2 miljoen (1 op de 6 Tibetanen), 6254 verwoeste kloosters en 100.000 Tibetanen in strafkampen. De Chinezen kwamen met andere, maar eveneens deprimerende resultaten. Daarna investeerde Beijing miljarden om Tibet weer leefbaar te maken: er kwam infrastructuur, gezondheidszorg, educatie en renovatie voor de verwoeste tempels en kloosters.

Het eerste wat mij van Lhasa opviel, was inderdaad dat de wegen hier vrij zijn van kuilen en gaten - hoe anders dan in Nepal. De eerste ochtend bezocht ik met mijn gids Potala Palace, het icoon van Lhasa en de Tibetaanse architectuur. Ik kan me zo 1-2-3 geen indrukwekkender gebouw voor de geest halen: Potala Palace is werkelijk gigantisch, ligt op een hoge heuvel boven de stad en heeft de intense Tibetaans kleuren (rood-geel-wit). December is laagseizoen voor toeristen maar hoogseizoen voor pelgrims: een eindeloze stroom bedevaartsgangers liep hun kora (circumbulatie) om het paleis heen. De een in z'n mooiste kleren, de ander in een binnenste buitengekeerd schapenvel, maar allemaal met prayerwheels en gebedskettingen. Ook de Jokhang Tempel die we 's middag bezochten werd overspoeld door pelgrims, omdat daar een beeld staat dat gezegend is door Boeddha zelf. Lhasa kent vele tempels, paleizen en kloosters, welke mijn gids en ik in vijf dagen bezocht hebben. De tempels zijn zwaar en donker; hoewel er hier en daar een bouwlamp opgehangen was. Het rook naar boter - iets wat de Tibetanen vloeibaar meenemen in een thermoskan en dan als offer bij de kaarsen gieten. De vloer was er vaak glad van. De kloosters waren op een andere manier bijzonder: Drepung en Sera bijvoorbeeld, hadden op hun hoogtepunt duizenden monnikken en zijn daarmee een dorp op zichzelf. Kloosters zijn tegenwoordig vaak de bron van politieke onrust en daarom wordt het aantal monnikken streng gecontroleerd door de Chinese overheid. In het Sera Monastery konden we de aanwezige monnikken zien debatteren in de kloostertuin, wat een indrukwekkend schouwspel was. 's Avonds dwaalde ik alleen door de Oude Stad - de moderne Chinese stad heeft de charme van een moderne Chinese stad en is daarmee niet zo interessant. In achterafstraatjes werd ik vriendelijk maar met bijzondere interesse bekeken, maar eenmaal terug op het Barkhor Circuit (kora rond de Jokhang Tempel) ging zelfs ik op in het tumult van de pelgrims. Daar ontmoette ik bijvoorbeeld een Tibetaanse oude man met wie ik thee gedronken heb en avondeten gedeeld heb, terwijl hij me trots foto's liet zien van alle schildpadden en vissen die hij uit Chinese restaurants opkocht en uitzette in de vijver voor Potala Palace. Ook beloofde hij me boeddhistische kettingen te sturen, evenals miniatuurboeddhabeeldjes voor alle kinderen die Maarten en ik ooit gaan krijgen (haha) - uiteraard alles eerst gezegend door een lama uit de Ramoche Tempel.

Het was ergens wel gek om 5 december alleen door te brengen. Gelukkig kreeg ik van mama een gedicht over de mail en van mijn huisgenootjes, die het tot laat aan het vieren waren met tequila, fijne foto's en berichten. Op dat moment was het voor mij al ochtend en was ik me aan het klaarmaken voor een bezoek aan het Gandenklooster en Drak Yerpa (meditatiegrotten), beiden schitterend gelegen boven een vallei. Het was de laatste dag in Lhasa en daar had ik gemengde gevoelens bij. Er zijn inmiddels meer Chinezen dan Tibetanen in Lhasa en dat is niet zonder gevolgen. Alle Tibetanen spreken Chinees; geen enkele Chinees spreekt Tibetaans. Militairen en politiecontroles staan op elke straathoek - werkelijk overal. De internetblokkades zijn in politieksensitieve regios dusdanig dat je niet eens het weer in Lhasa kan opzoeken. (Toen het internet er helemaal uitlag werd mij verteld dat er waarschijnlijk protesten waren in een andere regio, zoals Hongkong. Later las ik inderdaad op mijn NU.nl-app dat er aanslagen in Xinjiang gepleegd waren door Oeigoeren.) Ik heb geen een Chinees het vuilnis op zien halen en geen een Tibetaan in een bank zien werken. Het is ingewikkeld om de Chinese vlag te zien waaien boven Boeddhistische tempels en kloosters als je bedenkt hoe erg de vorige generatie hun best heeft gedaan om alles te vernietigen. Ik realiseerde me ook dat er geen weg meer terug was: zelfs als alle Chinezen Tibet vandaag nog zouden verlaten, is er al te veel veranderd. Dus toen we de volgende dag Lhasa uitreden, was ik benieuwd naar de wereld buiten deze ene stad; maar de laatste blik op Potala Palace maakte me ook een beetje sip.

Het eerste wat ik miste aan de grote stad was het eten. Ik was nu echt veroordeeld tot de sobere Tibetaanse cuisine. Ik heb meerdere pogingen gedaan te wennen aan de smaak van Tibetaanse thee, maar gezien deze bestaat uit theebladeren, yakboter, zout en een beetje melk is het niet bijzonder dat ik er niet in geslaagd ben. Hoewel ik een keer heb mogen genieten van boontjes en Chinese kool, is tsampa meestal het ontbijt. Dat is gerstmeel waar je yakboterthee aantoevoegt en daar een bol deeg van rolt. De substantie is zo droog en taai dat je er mee kan kleien - de Tibetanen kneden er mini-stupas van die ze dan offeren in tempels. Ook de WCs vereisten meer karakter: van Westerse WC, naar hurkwc, naar geul in de grond met halfhoge afscheidingen, naar gat in de grond met een meter hoge stalagmiet van bevroren uitwerpselen eronder.

Het Tibetaanse landschap daarentegen is waanzinnig: zo ben je in een mosgroene vallei waar yaks grazen, daarna in een dal met plukjes uitgedroogd geel gras in een bevroren rivier, en zo ben je in een vallei met diep, roodbruin zand. Dat wordt vergezeld door kleine witte huizen met yakpoep op de muren, waarboven prayerflags en de Chinese vlag waaien. De meren die we tegenkwamen zijn diep turquoise, niet zelden met sneeuwbergen van 7 kilometer op de achtergrond. Het hoogtepunt was toch wel de dag dat we om 05:00 opstonden om de zonsopgang te zien over The Great Himalayan Range, vervolgens de tocht naar Everest Base Camp maakten en fenomenaal uitzicht hadden op de noordkant van de hoogste berg ter wereld (heeft er iemand ooit een plasje gedaan met beter uitzicht?), waarna we in Tingri belandden: een dorpje vanaf waar je heel goed de zonsondergang op de bergen kan zien.

Het waren twee hectische weken: zoveel tempels, paleizen, kloosters en zoveel indrukken. Wat me het meest bij zal blijven zijn de Tibetanen zelf. De reisgidsen hadden gelijk dat hun glimlach verslavend is. Het was leuk een Tibetaans theehuis in te gaan waar iedereen begint te giechelen als je binnenkomt en je vervolgens de keuken in moet om aan te wijzen wat je wilt - de keuze uit noedelsoep met bosuitjes en yakvet. Dan denk ik aan het gezin dat me kordaat meenam op hun kora rond de Jokhang Tempel omdat ze mij ook goed karma gunden, en dat er een mannetje is die blij door Lhasa gaat, op zoek naar schildpadden die van de pan gered moeten worden. En ik realiseerde me ook dat niet zoveel uitmaakt dat Tibet gemoderniseerd is: elke pelgrim heeft een smartphone, maar is nog steeds vol devotie op bedevaart. De monnikken drinken RedBull en hebben iPads, maar ondanks alle bureaucratie die de Chinese overheid verzint zijn er nog steeds jongeren die monnik willen worden. De bevolking loopt nog steeds dagelijks hun kora op schoenen met omhoog gebogen tenen om minder insecten te doden, met hun kettingen en prayerwheels terwijl ze ommanipadmehum mompelen. De jeugd kijkt naar videoclips van hun tieneridolen die zich afwisselend in Jack Wolfskin en traditionele kleding vertonen, gefilmd voor prayerflags op een bergpas en afgewisseld met shots van belangrijke tempels. Het is een wazige mix die het land voor mij boeiend maakte, maar ook geloofwaardiger. China denkt dat de Tibetanen het gebrek aan geloofsvrijheid vanzelf zullen accepteren in ruil voor meer welvaart, maar dat lijkt niet het geval te zijn. Ik vond Tibet ingewikkeld en tragisch, maar denk uiteindelijk dat de cultuur zoals die gepraktiseerd wordt, nog wel eventjes zal blijven bestaan. En hopelijk is er tegen die tijd een gesprek mogelijk met het grote moederland, waarbij de Tibetanen meer vrijheden krijgen en inspraak in de beleidsvorming. De macht bij het volk leggen was, after all, hoe het allemaal begon.

  • 14 December 2014 - 10:27

    Renate:

    Ja hier nu zondagmorgen en heb tijdens het ontbijt je verslag gelezen, het ergste was die toilet met ijspegels, echt erg. Maar wat zie je veel en maak je veel mee een super ervaring wat goed bij jou past. Hoe lang nog? Heel veel succes nog Anne. Groetjes renate

  • 14 December 2014 - 12:42

    Ronald Gruter:

    Hoi Anne,

    zag via Jasper op Facebook dat je in Tibet geweest ben.
    Heb met heel veel interesse en plezier je verslag gelezen.
    Zo herkenbaar voor mij. Ben er nu 3 keer geweest en blijf me verbazen.
    De kloosters die je bechrijft zijn zeer indrukwekkend. Maar de vriendelijkheid van de lokale bevolking is mij nog het meest bijgebleven.
    Hoe vond je Nepal eigenlijk? Ben je daar alleen in Kathmandu geweest of heb je ook een trekking gemaakt?
    Lijkt me leuk om je verhalen te horen en je foto,s te zien.
    Misschien eens afspreken?
    Veel plezier nog op je verdere ontdekkingsreis. Geniet van alle nieuwe indrukken.

    Groetjes, Ronald

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Nepal, Kathmandu

Anne

Anne is 18 jaar, heeft 7 maanden op de broodafdeling van Albert Heijn De Bilt gewerkt en gaat nu achtereenvolgens naar New York, Chili, Argentinië, Bolivia, Peru, Ecuador en de Galapágos-eilanden.

Actief sinds 26 Maart 2011
Verslag gelezen: 528
Totaal aantal bezoekers 29700

Voorgaande reizen:

26 Oktober 2014 - 17 Januari 2015

Azie 2014-2015

07 April 2011 - 21 Juli 2011

Anne gaat op wereldreis

Landen bezocht: